Om zoveel mogelijk profijt van uw „magneetplaten“ te hebben …
- moeten ze volledig vlak op de carrosserie worden aangebracht; dus nooit over gleuven of sierstrippen
- mogen ze -met het oog op eventuele hitteontwikkeling- niet op de motorkap worden aangebracht
- moeten ze aan de magnetische kant absoluut schoon zijn, anders kan de veiligheid niet worden gegarandeerd. Bovendien bestaat er dan gevaar voor lakschade
- behoren ze alleen te worden aangebracht op oppervlakken die schoon, droog en sneeuw- en ijsvrij zijn
- moeten ze vóór elke wasbeurt (met de hand of in de wasstraat) worden verwijderd
Om alleen maar plezier te hebben van uw magneetplaten moet u ze …
- tenminste één keer per week afnemen en eventueel condenswater afvegen
- alleen vlak bewaren, bij voorkeur op een stalen oppervlak
- bij versturen: niet knikken, maar met de buitenkant (de niet-magnetische kant) naar buiten oprollen
- alleen gebruiken als ze flexibel zijn, dat wil zeggen dat ze niet te koud mogen zijn
En tot slot nog een paar nuttige tips …
Controleer vóór het aanbrengen van uw magneetplaten of de carrosserie van ferromagnetisch staalplaat is (geen kunststof, geen aluminium, geen buitengewone vormgeving enz.) en er geen sprake is van een tin-, plamuur-, of een nieuwe laklaag.
Om mogelijke schaduwvorming op verse lakken te voorkomen, is het aan te bevelen het magneetetiket regelmatig af te nemen en de lak te controleren.
Bij zomerse buitentemperaturen en een ononderbroken, meerdaagse hechting van de magneetfolie op de carrosserie van de auto kan het onder bepaalde omstandigheden voorkomen, dat de folie aan de autolak blijft kleven. Om zulke risico’s te vermijden, moeten de magneetplaten ’s nachts van de carrosserie worden afgehaald en ook wanneer ze niet nodig zijn. Overdag moet de magneetplaat minstens één keer worden afgenomen en weer worden teruggeplaatst.
Hoewel magneetplaten bij vakkundig gebruik snelheden van meer dan 200 km per uur kunnen weerstaan, raden we u aan om de aanbevolen snelheid op de snelwegen niet te overschrijden.
